De firma Mondiale bestaat bijna 100 jaar. Maar wist u dat onze ontstaansgeschiedenis nog veel verder reikt? Tot in 1860 om precies te zijn. Toen familiebedrijf Fondu in Vilvoorde mee de metaalnijverheid op onze landkaart zette. Sinds 1921 draagt deze firma de naam Mondiale.
Decennialang was Vilvoorde het kloppende hart van de Mondialisten. Dit is de merkwaardige en mooie historie van Mondiale, voor u opgetekend in een 6-delige mini-serie.
DEEL 2: 1894 tot 1920
Toen Jean-Baptiste Fondu in de jaren 1890 emigreerde naar de VS, liet hij zijn winstgevende fabriek in handen van zijn 3 kinderen: Charles J.B., Marthe-Madeleine en Elisa. Het Vilvoordse bedrijf dat pas veel later de naam Mondiale zou dragen, heette toen ‘Société en nom collectif Charles J.B. Fondu et Soeurs’.
Een nieuwe, grotere fabriek
Aan het hoofd stond nu duidelijk de oudste (en enige) zoon Charles J.B., die er geen gras liet over groeien. Hij kocht meteen een stuk bouwgrond van 65 are groot, gelegen aan de Koepoortstraat in Vilvoorde, vlakbij de spoorweglijn. Daar liet hij een nieuwe, grotere fabriek bouwen.
Maar helaas… enkele jaren later stierf zus Marthe-Madeleine. De Société werd noodgedwongen ontbonden en Charles J.B. kocht zus Elisa uit. Vanaf dan werd de firma een eenmanszaak.
De eerste Fondu automobiel
In zijn “Usine Fondu” ontpopte Charles J.B. zich als een waardige opvolger van zijn vader. Zijn hoofdactiviteiten waren nog steeds productie van spoorwegmateriaal en slotenmakerij. Charles ging hierbij zeer innovatief en ambitieus te werk. Alle nieuwste trends volgde hij op de voet, vooral die van de automobiel.
In 1906 kwam de allereerste Fondu type “CHF 1” op de markt. Deze automobiel was een zeer robuuste 4-cilinder (100 x 120) van 20/24 PK en 3 versnellingen met een cardantransmissie. Aan het hoofd van de afdeling “autoconstructie” stond een jonge Zwitser die uitblonk in techniek.
Met zijn Fondu’s behaalde Charles J.B. regelmatig podiumplaatsen tijdens racewedstrijden die toen overal in binnen- en buitenland werden georganiseerd. Hij was ook zelf piloot en verbaasde het publiek door over het parcours te scheuren aan 97 km/u.
In 1908 verkocht Charles J.B. de licentie voor de fabricage van het model “CHF 1” aan een Russische maatschappij. Ook de Zwitserse afdelingschef trok mee naar Riga. Daar bleken de auto’s al even succesvol dankzij hun sterke constructie en snelle motoren.
De firma rouwt, een industrie verdwijnt
Terug naar de fabriek in Vilvoorde… Daar schakelde Charles J.B. over naar de productie van 4-cilinders met kleinere inhoud: 60/100, 70/110 en 75/120. En in 1911 richtte hij een Naamloze Vennootschap op: “S.A. Anciens Etablissements Charles J.B. Fondu”.
Amper een jaar later, in 1912, was de firma al in diepe rouw. Charles J.B. stierf onverwacht op 39-jarige leeftijd. Het bedrijf richtte zich daarna op de productie van automotoren en andere onderdelen. Ze bedienden allerlei automerken, vooral in België.
Maar de Belgische autoindustrie werd stilaan de mond gesnoerd door de buitenlandse concurrentie. En daarmee bleef tegen 1920 niets meer over van het ooit zo gewaardeerde automerk Fondu.
In de jaren hierna weet de firma gelukkig te herrijzen door zich toe te leggen op de constructie van motorrijwielen. De merknaam “La Mondiale” maakt hier voor het eerst furore!
Daarover leest u in het volgende deel van deze prachtige maar merkwaardige geschiedenis van Mondiale.
Bron: STAPPERS, M. (1998). De Merkwaardige geschiedenis van een Vilvoords Metaalconstructiebedrijf – 1860-1989. Vilvoorde, Dupress Vilvoorde.